Center
De center (hieraan wordt gerefereerd als de 'nummer vijf'-positie) is doorgaans de langste speler van een basketbalteam, zijn lengte gaat vaak gepaard met een aanzienlijk gewicht en kracht. Een gemiddelde NBA-center is langer dan 2,08 meter. De traditionele rol van de center is om in de buurt van de basket te scoren en de tegenstander hiervan te weerhouden. Een center die lengte combineert met atletisch vermogen en technische vaardigheden kan van een onovertroffen toegevoegde waarde voor een team zijn. Er bestaat enige controverse over wat een 'echte center' is, vaak woedt de discussie of iemand een center of een power forward is. Voorbeelden van spelers die in deze positie in de NBA zijn Dwight Howard, Shaquille O'Neal, Wilt Chamberlain, Kareem Abdul-Jabbar, Vlade Divac, Rik Smits, Arvydas Sabonis, Dino Meneghin, Hakeem Olajuwon.
Power-forward
De power-forward (de 'nummer vier'-positie) deelt in zijn rol bepaalde taken met de center. De power-forward speelt in aanvallend opzicht met zijn rug naar de basket. In verdedigend opzicht speelt hij in een zoneverdediging, of tegen de power-forward van de tegenpartij in een man-tot-man verdediging. Een typische power-forward is een van de langste spelers op het veld, niet zo lang als de center, maar vaak steviger gebouwd. Een power-forward wordt verwacht rebounds te pakken en scoort de meeste van zijn punten binnen een tweetal meters van de basket, eerder dan via afstandsschoten. De power-forward vormt een indrukwekkende verschijning op het veld, maar het is de center die de meeste schoten blokt en de meer intimiderende rol op zich neemt. In de NBA is een gemiddelde power-forward 2,03-2,12 meter lang en weegt 100–120 kg. Vaak neemt de power-forward in bepaalde spelsituaties de rol van center op zich, in het bijzonder wanneer het een team ontbreekt aan een langere speler. Voorbeelden van power-forwards zijn Dirk Nowitzki, Tim Duncan, Kevin Garnett, Charles Barkley, Dennis Rodman, Karl Malone en Pau Gasol. Rodman en Barkley voldeden met hun 1,98 m niet aan het stereotype van de power-forward, maar waren desalniettemin zeer succesvol op deze positie.
Small-forward
De small forward (de 'nummer drie'-positie) is doorgaans ietwat minder lang, minder zwaar en sneller en atletischer dan de power-forward. De small-forward positie wordt door de aard van zijn rol aangemerkt als waarschijnlijk de meest veelzijdige van de vijf standaard basketbalposities. De meeste small-forwards zijn 1,95-2,10 m lang. Zijn belangrijkste taak is het scoren van punten, na de center en de power-forward is hij als derde verantwoordelijk voor het rebounden. Enkele small-forwards beschikken over een meer dan uitstekende passing. De small-forward is de minst stereotype speler, sommige spelers op deze positie scoren hun punten veelal van afstand en anderen hebben meer de neiging om de basket op te zoeken. Een rol van de small-forward is het afdwingen van persoonlijke fouten van de tegenstander. Een onontbeerlijke kwaliteit van de small-forward is zijn schot, hij scoort veel van zijn punten vanaf de vrijeworplijn. De veelzijdige small-forward speelt een belangrijke rol in de verdediging, zij die tekortschieten op aanvallend vlak, compenseren dit vaak ruimschoots in verdedigend opzicht. Voorbeelden van small-forwards LeBron James, Scottie Pippen, Kevin Durant, Metta World Peace, Larry Bird en Carmelo Anthony.
Shooting-guard
Shooting-guards (de 'nummer twee'-positie) zijn doorgaans minder lang, lichter, atletischer en sneller dan small-forwards. Zijn belangrijkste taak is het scoren van punten. Hoewel eigenlijk een taak van de point-guard, brengt de shooting-guard vaak de bal over de middenlijn. Deze guards combineren de taak van shooting en van point-guard en staan te boek als 'combo-guards'. Een speler die de rol van small-forward en shooting-guard afwisselt, is bekend als een 'swingman'. De shooting-guard is meestal langer dan de point-guard en meet om en nabij de 2 m. Minder lange spelers spelen vaak ook op deze positie, waaronder Allen Iverson. De shooting-guard is vaak de beste schutter van het team, iets dat hem niet belet om zich een weg richting de basket te banen. Voorbeelden van shooting-guards zijn Kobe Bryant, James Harden, Dwyane Wade, Vince Carter, Michael Jordan.
Point-guard
De point-guard (de 'nummer een'-positie) is veelal de kleinste speler op het veld, met als noemenswaardige uitzondering Earvin 'Magic' Johnson. De positie van point-guard is wellicht de meeste specialistische van de vijf. De point-guard vervult een spilfunctie en zet de lijnen uit. In essentie is zijn rol de aanval van zijn team te leiden door het controleren van de bal en deze op het juiste moment aan een teamspeler toe te spelen. Bovenal is hij een verlengstuk van zijn coach in het veld en dient diens strijdplan te begrijpen en uit te voeren. De point-guard is de speler met het meeste tactisch inzicht en vernuft en moet in alle situaties, met name in het geval van een 'fast-break', snel kunnen handelen. De rol van de point-guard is vergelijkbaar met die van de middenvelder bij het voetbal en de quarterback uit het American football. De point-guard dient van zich te doen spreken, hij instrueert zijn teamspelers en gaat als eerste met de leidsmannen in discussie in het geval van een twijfelachtige beslissing. Hij moet te allen tijde op de hoogte zijn van de schotklok, de resterende wedstrijdtijd, de tussenstand, het aantal time-outs van beide teams en de foutenlast van zijn eigen team en de tegenspeler. Meer lengte wordt als een surplus beschouwd, maar is ondergeschikt aan spelinzicht en technische vaardigheid. Elke aanval begint bij de point-guard, hierom is zijn passing, balbehandeling en spelvisie cruciaal. De point-guard wordt veelal op het aantal assists beoordeeld, eerder dan op zijn scorend vermogen. Ondanks dit, dient een point-guard te beschikken over een redelijk (sprong)schot. Voorbeelden hiervan zijn Chris Paul, Rajon Rondo, Jeremy Lin, Jason Kidd, Magic Johnson, Oscar Robertson, Isiah Thomas, Stephen Curry en John Stockton.